De Protestantse Gemeente Vleuten-De Meern heeft Jaap Jan Steensma per 1 september 2020 benoemd als organist van de Torenpleinkerk in Vleuten. Hij wordt daar, in nauwe samenwerking met vaste organist Dick van Dijk, bespeler van het Gideon Thomas Bätz-orgel uit 1809. De sollicitatieprocedure bestond uit een brievenronde, een gespreksronde en een voorspeelronde. 

Jaap Jan heeft het orgel grondig leren kennen vanuit zijn betrokkenheid als adviseur bij de dit jaar afgeronde restauratie. Het resultaat van de restauratie maakt het orgel voor hem tot een heel aantrekkelijk muziekinstrument. Het Bätz-orgel beschikt onder andere over de mogelijkheid tot getreden windvoorziening en een bijzonder stemmingssysteem. Daarnaast maken de collegae, de gemeenschap en de mogelijkheden tot gebruik van de kerkruimte de Torenpleinkerk tot een inspirerende plaats om te werken. 

Jaap Jan wordt op zondag 20 september a.s. officieel in bediening gesteld.

Het Gideon Thomas Bätz-orgel (1809) van de Torenpleinkerk Vleuten.
Foto: Tjalling Roosjen (orgbase.nl).

UPDATE 28 september 2020: Een interview ter gelegenheid van het organistschap verscheen afgelopen week in VARNWS Leidsche Rijn.

Binnen het College van Orgeladviseurs Nederland heeft onlangs een bestuurswisseling plaatsgevonden. De secretaris en de vice-voorzitter  waren aftredend en niet herkiesbaar.

Jaap Jan Steensma en Marcel Verheggen werden verkozen tot nieuw bestuurslid. Sinds 6 juli j.l. is Jaap Jan in functie als secretaris. Hij is daarmee de opvolger van Rogér van Dijk. Marcel Verheggen volgt Jan Boogaarts op als vice-voorzitter. Henk Verhoef werd herkozen voor een nieuwe termijn als algemeen bestuurslid.
Eind 2019 kreeg het CvON al een nieuwe voorzitter, toen Dirk Bakker de functie overnam van Cees van der Poel.

Het CvON werd opgericht in 2004 om de Nederlandse orgelkunst en orgelbouw te stimuleren. De vereniging wil dit onder meer bereiken door het contact tussen de leden onderling, en met externe instanties in het veld te onderhouden, bevorderen en kennis en ervaring met elkaar uit te wisselen.

Jaap Jan Steensma is de nieuwe secretaris van het College van Orgeladviseurs Nederland.

Gideon Thomas Bätz (1751-1820) heeft de roemruchte Utrechtse orgelmakerij langer geleid dan zijn vader Johann Heinrich Hartman en neef Jonathan. In zijn beeld van de orgelmaker schetste Gert Oost een bescheiden, wat stille man, die een minder zakelijke instelling had en bovendien regelmatig kampte met ziekte.

Het front van het G.Th. Bätz-orgel (1782) in de Lutherse Kerk Enkhuizen.
Foto: Marcel Pelt (orgbase.nl

De bouw van het orgel van de Lutherse Kerk van Enkhuizen (1782) was een van de projecten die onder ziekteverzuim te lijden had. In het mei-nummer van tijdschrift De Orgelvriend presenteert Jaap Jan Steensma een aantal brieven die in het kerkarchief bewaard zijn gebleven. Hierin vertelt Bätz over de tegenslagen die hij ondervond. Steensma legt een verband met de dysenterie-epidemie die in die jaren heerste in verschillende Nederlandse steden, waaronder Utrecht en Enkhuizen. 

Het artikel wordt gepubliceerd in Steensma’s rubriek Oud Papier, met als titel “Gideon Thomas Bätz en epidemie in Enkhuizen”. In: De Orgelvriend 62/4 (mei 2020), 30-33. Het blad verschijn op 1 mei; losse nummers en abonnementen zijn verkrijgbaar via de website.

 

Het Fonds Erfgoedparels van de Provincie Utrecht heeft bijna € 150.000 vrijgemaakt ter ondersteuning van de restauratie van het Knipscheer-orgel (1852) in de St. Nicolaaskerk te Vreeland. Dat maakte de provincie vrijdag 13 maart 2020 bekend.

Het Knipscheer-orgel (1852) van de St. Nicolaaskerk te Vreeland
(foto: Maarten Rog/orgelfoto.nl).

Het Knipscheer-orgel kent een bewogen geschiedenis, die door adviseur Jaap Jan Steensma in kaart gebracht is met behulp van bewaard gebleven archivalia en door vergelijking met andere Knipscheer-orgels. 

Na de bouw in 1852 werden kerk en orgel getroffen door brand, in 1869 werd het register Quint 3’ gewijzigd in een Viola di Gamba 8’. Veel ingrijpender was de pneumatisering en uitbreiding door Valckx & Van Kouteren & Co. (1928). Ten tijde van de grote kerkrestauratie in de jaren 1960, waarin de koorruimte weer bij het kerkschip werd getrokken, is het orgel gedemonteerd en opgeslagen. Onder advies van Klaas Bolt voerde Albert de Graaf een restauratie en partiële reconstructie uit. Een voor het orgel zeer ingrijpende beslissing was het overplaatsen van het instrument van de verdwenen scheidingswand tussen koor en schip naar de andere zijde van de kerkruimte.  

Het Knipscheer-orgel op de scheidingswand tussen koor en schip
(foto: Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).

De nu geplande restauratie zal eind 2020-2021 worden uitgevoerd en zal voorzien in het funderen, waterpas maken, uitbreiden en consolideren van de orgelgalerij, het geheel schilderen van de orgelkast, het kopiëren/reconstrueren van de oorspronkelijke windvoorziening (thans aanwezig in St. Nicolaaskerk te Muiden), het herstellen van de oorspronkelijk mechanische aanleg, pijpwerk en toonhoogte. Ook zal de dispositie worden hersteld met behoud van het register Viola di Gamba 8’. 

De subsidieaanvraag en het inhoudelijke plan dat eraan ten grondslag ligt, is opgesteld door adviseur Jaap Jan Steensma, in samenwerking met de Protestantse Gemeente Vreeland, met architect Paul van Vliet (Loosdrecht) en met Elbertse Orgelmakers BV (Soest). De constructie van galerij en orgel is doorgerekend door Constructiebureau De Prouw BV (Bunnik). 

Oorspronkelijke dispositie van het Knipscheer-orgel (1852) te Vreeland, met latere wijzigingen tussen haakjes.

Tijdens het onderzoek naar Vreelands orgel kwamen enige onbekende gegevens naar voren over de orgelmakersfamilie Knipscheer. Hierover publiceerde Jaap Jan Steensma eerder in tijdschrift De Orgelvriend

Het uit 1978 daterende Van Vulpen-orgel van de Utrechtse Bethelkerk, dat oorspronkelijk werd gemaakt voor de Hervormde Vredeskerk ter plaatse, zal verhuizen naar kerkgebouw De Rank in Zetten. De Utrechtse Bethelkerk staat voor een metamorfose waarbinnen geen ruimte bestaat voor handhaving van het huidige instrument. 

Van Vulpen-orgel (1978) in de Bethelkerk, Utrecht – foto: Frans Sellies [orgbase.nl]

Flentrop-orgel (1955) te koop

De Rank in Zetten beschikt over een Flentrop-orgel (1955) dat oorspronkelijk was gemaakt voor de Hervormde Kerk te Kesteren. In het afgelopen jaar heeft een orgelcommissie zich gebogen over de orgelsituatie, waarbij ook vervanging van het Flentrop-orgel door een groter, passend orgel aan de orgel is geweest. 

Flentrop-orgel (1955) in ‘De Rank’, Zetten

 

Na een oriëntatieronde met adviseur Jaap Jan Steensma hebben de orgelcommissie en het College van Kerkrentmeesters nu besloten over te gaan tot aanschaf van het Utrechtse orgel. De overplaatsing zal worden uitgevoerd door Gebr. Van Vulpen Orgelmakers.

Het te koop staande Flentrop-orgel wordt onder meer aangeboden via de Orgelbank van de Vereniging voor het Kerkrentmeesterlijk Beheer in de PKN.

UPDATE: Na aanvankelijk uitstel naar november 2020, is dit evenement door de organisatie afgelast in verband met het Coronavirus.

Onder de titel The Reformed Theology and Spirituality of Music: From the Reformation to the Present vindt van 13-15 mei 2020 een conferentie plaats over de theologie en spiritualiteit van de Protestantse kerkmuziek. Organisatoren zijn onder meer de Theologische Universiteit Kampen, de European Melanchthon Academy Bretten en het H. Henry Meeter Center for Calvin Studies. De conferentie wordt gehouden in de Ontmoetingskerk in Enschede.

Het programma voorziet in lezingen en discussies met bijdragen van zo’n veertig theologen, musicologen en religiewetenschappers uit verschillende werelddelen. Naast het terugkijken op oudere reformatorische geschriften, tradities en ontwikkelingen beoogt de organisatie teven te reflecteren op de huidige betekenis en praktijk van Protestantse kerkmuziek. 

Predikant Aegidius Francken en de titelpagina van zijn ‘orgelpreek’ te Maassluis.

Een van de lezingen zal worden verzorgd door Jaap Jan Steensma. Hij geeft een verslag van zijn onderzoek naar het fenomeen orgelingebruikname en ‘orgelpreek’ in Nederland gedurende de achttiende eeuw. Dit onderzoek is een vervolg op paper die aan de Universität Regensburg werd gepresenteerd tijdens de conferentie Interdisziplinäre Tagung Orgelpredigten in Europa (1600–1800).

Het programma van The Reformed Theology and Spirituality of Music is te vinden op de website. Hier staat ook meer informatie over de inschrijvingsprocedure (geopend vanaf 15 april 2020). 

 

In tijdschrift De Orgelvriend publiceert Jaap Jan Steensma in januari 2020 een kort artikel waarin hij documenten rond Hermanus Knipscheer II en Hermanus Knipscheer III beschrijft. De stukken werden gevonden in het archief van de Nederlandse Hervormde Gemeente van Vreeland.

Over de vroege jaren van orgelmaker Hermanus Knipscheer III (1826-1896), zoon van de veel bekendere Amsterdamse orgelmaker Hermanus Knipscheer II (1802-1874) was nauwelijks iets bekend. Steensma’s onderzoek naar het orgel van de Sint Nicolaaskerk Vreeland (1852), gebouwd door Knipscheer II, heeft inmiddels uitgewezen dat Hermanus III als orgelmaker niet alleen actief bij het bedrijf van zijn vader betrokken was (en dus niet alleen als bijvoorbeeld administrateur), maar tevens organist was. Sterker nog, hij werd de eerste organist van het door zijn vader in Vreeland gebouwde orgel!

In het artikel wordt tevens ingegaan op enige bijzonderheden omtrent het Vreelandse orgelontwerp en over het functioneren van de organist.

Het artikel verschijnt op 3 januari 2020 onder de titel ‘Oud Papier 6: Hermanus Knipscheer III, organist’, in De Orgelvriend 2020-1, 32-33.
Losse nummers van het tijdschrift zijn hier te bestellen.

Deel van de afrekening bij de bouw van Vreelands Knipscheer-orgel.

Het Utrechts Studenten Koor en Orkest (USKO), Nederlands grootste muziekgezelschap voor studenten, heeft Flentrop Orgelbouw opdracht gegeven tot het maken van een kistorgel. Na een periode van voorbereiding en fondsenwerving konden bestuursleden Marieke Verberne (Praeses), Anna Wiebing (Fiscus) en Anneke Voerman (Ab Actis) op woensdag 6 november de handtekeningen zetten in Zaandam.

Een orgelcommissie, bestaande uit (oud-)Uskieten heeft zich uitgebreid georiënteerd op orgels en voorstellen van verschillende orgelmakers. De commissie wordt bijgestaan door orgeladviseur Jaap Jan Steensma. Al snel werd duidelijk dat de voorkeur uitging naar een orgel waarin ook metalen pijpwerk gebruikt is. 

Flentrop heeft zich voor het plan laten inspireren door instrumenten uit de Berlijnse orgelbouwtraditie die Johann Sebastian Bach gekend moet hebben. Het orgel zal beschikken over een Holpijp 8’ (eiken, gedekt), Prestant 8’ (af f0, open, eiken- en perenhout), Octaaf 4’ (C-H gedekt), Quint 3’ Discant en Superoctaaf 2’. Er is bijzondere aandacht voor de consolidatie van het metalen pijpwerk; het open pijpwerk zal worden voorzien van stemringen. 

Jaap Jan zegt over het project: “Bij het USKO beleven studenten niet alleen plezier aan klassieke muziek, maar ze zetten er zich ook met hart en ziel voor in; tijdens de repetities, concerten, productie en fondsenwerving. En het zijn deze studenten waarop het Nederlandse muziekleven straks zal draaien. Daarom is het zo waardevol dat nu de schouders worden gezet onder een orgelproject.”

Ook voor Flentrop Orgelbouw is het een bijzonder project. Jaren geleden maakte Erik Winkel al eens een ontwerp dat enigszins lijkt op het orgel dat nu wordt gerealiseerd. Erik: “Het is niet voor niets dat het maken van een kistorgel vaak gezien wordt als een meesterproef: in het compacte ontwerp van een kistorgel komen alle problemen van een groot orgel samen. Het vergt het uiterste van de creativiteit en kunde van de orgelmaker om binnen de beperkte ruimte te blijven en tegelijk klank, toucher, het gedrag van de orgelwind en de bereikbaarheid voor stemmen en onderhoud te optimaliseren.”

Overigens is het de bedoeling dat niet alleen het USKO, maar ook de andere bij het Kosmu aangesloten muziekgezelschappen, bijvoorbeeld de USCantorij en het Kunstorkest, straks van het orgel gebruik kunnen gaan maken. Om die reden zal de kast ook worden versierd met een in hout gesneden logo van de Universiteit Utrecht. 

De orgelcommissie van het USKO is verheugd dat de opdracht nu is verstrekt. Commissielid Erik Laarman: “De eerste plannen voor de aanschaf van dit nieuwe orgel zijn ontstaan in 2014. Het is ontzettend gaaf dat het project nu gerealiseerd gaat worden en dat het Utrechtse muzieklandschap straks een uniek en prachtig instrument rijker is. Als commissie gaan we nu aan de slag met voorbereidingen voor een spetterend presentatieconcert.”

Het orgel is naar verwachting gereed in november 2020. 

Het project wordt, naast particuliere donaties van oud-Uskieten en vele andere weldoeners, mede gefinancierd door het K.F. Hein-fonds, het Prins Bernhard Cultuurfonds, het Ans & Hans Wouters-Hellenbrekers Fonds, het Elise Mathilde-fonds, het U-fonds en de Kattendijke/Drucker Stichting. Een bijzonder ruimhartige ondersteuning werd ontvangen van het Orgelcomité Muziekcentrum Utrecht (OCMU)

In het novembernummer van vaktijdschrift Het Orgel verschijnt een interview met orgeladviseurs Jaap Jan Steensma en Gerrit Hoving. Directe aanleiding is het feit dat de Landelijke Opleiding tot Orgeladviseur (LOTO) in 2019 tien jaar bestaat. Hoving en Steensma hebben de opleiding beiden met goed gevolg afgerond. Hoofdredacteur Jan Smelik sprak met hen over hun achtergrond en motivatie, de adviesopleiding, de ervaringen en het werkveld.

Losse uitgaven van Het Orgel zijn ad € 11 (incl. verzending) te bestellen via: verkoop@kvok.nl. Een voorproefje van het artikel is hier te vinden.

In het septembernummer van tijdschrift Het Orgel (115/5, pp. 22-33) publiceerde orgeladviseur Peter van Dijk de samenvatting van het onderzoek dat hij verrichtte ten bate van de meest recente werkzaamheden aan het Timpe-Orgel (1831) van de Nieuwe Kerk in Groningen. Van Dijk was als adviseur betrokken bij de door Mense Ruiter Orgelmakers uitgevoerde tweede, afrondende fase (2015-2018) van de restauratie van dit monumentale instrument. De ingebruikname van het orgel vond plaats op 15 juni 2018.

In het artikel beschrijft Van Dijk de totstandkoming van het bijzondere concept, de inspiratiebronnen, het orgelontwerp, de aanbesteding van de bouw, de oplevering en geschiedenis van het instrument. Daarbij besteedt Van Dijk tevens aandacht aan het adviseurschap van Petrus van Oeckelen (1792-1878) en Mr. Samuel Wolther Trip (1804-1886). 

Vanuit een kennis en expertise op het gebied van het Groninger orgellandschap staat Peter van Dijk wat langer stil bij de conceptuele elementen die het Nieuwe Kerk-orgel in 1831 tot zo’n bijzondere en vernieuwende verschijning maakten. Aansluitend aan Van Dijks bijdrage beschrijft de Groninger organist Sietze de Vries zijn klankimpressie van het instrument. 

Losse uitgaven van Het Orgel zijn ad € 11 (incl. verzending) te bestellen via: verkoop@kvok.nl. Een voorproefje van het artikel is hier te vinden.