Op 17 maart 2025 hoopt Jaap Jan Steensma zijn proefschrift te verdedigen aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. De centrale vraag die Jaap Jan in zijn onderzoek probeert te beantwoorden, is hoe het orgel al voor 1800 zo’n belangrijke rol kon krijgen binnen het Nederlandse protestantisme. Of, in andere woorden: hoe kan het dat kerk en orgel in de beleving van veel mensen bij elkaar zijn gaan horen?

Volgens de gangbare theorie wilden predikanten en kerkenraden het orgel na de Reformatie uit de kerken verbannen. Dat het toch bleef, zou dan vooral te danken zijn aan overheden die hun kostbare instrumenten wilden beschermen. Vanaf circa 1640 zouden zij de kerken er zelfs toe dwingen het orgel in te zetten bij samenzang, waarna het van lieverlee zijn weg vond in de Nederlandse kerken.

Probleem met bestaande theorie

Deze traditionele verklaring, die uitgaat van een strijd tussen kerk en overheid, staat haaks op het feit dat veel kerken het instrument met enthousiasme omarmden. Zelfs zozeer, dat kerk en orgel in de beleving van veel mensen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Als er sprake kan zijn van een omslag in het denken over het orgel, dan moet die omslag hebben plaatsgevonden tussen het eerste Nederlandse ‘orgelverbod’ (Synode van Dordrecht 1574) en de scheiding tussen kerk en staat (1798). De titel van het onderzoek is daarom Het orgel als identiteitsdrager binnen het Nederlands protestantisme 1574-1798.

Resultaten

In zijn onderzoek toont Jaap Jan aan dat het in de literatuur geschetste spanningsveld tussen kerk en overheid grotendeels een negentiende-eeuws construct is, voor zover het gaat over het orgelspel. Wanneer het interpretatiekader van ‘strijd tussen kerk en overheid’ wordt losgelaten, blijkt dat het orgelspel al sinds het begin van de Reformatie onderdeel kan zijn van de protestants-christelijke identiteitsbeleving. Voorbeelden van deze identiteitsbeleving zijn voorhanden in de praktische omgang met het orgel in de Nederlandse kerken, in discussies rond de invoering van de gemeentezangbegeleiding, in de achttiende-eeuwse praktijk van uitbundig gevierde orgelinwijdingen en in vele bewaard gebleven achttiende-eeuwse orgelpreken (preken die werden uitgesproken ter gelegenheid van een orgelinwijding).

Behalve dat de ontwikkeling van het orgel als kerkelijk instrument dankzij het onderzoek beter in kaart kon worden gebracht, biedt het proefschrift ook een nieuwe visie op het werk van historische figuren als Constantijn Huygens en Gijsbertus Voetius. Vele praktische argumenten ten aanzien van het orgelspel blijken bovendien al in de achttiende eeuw te worden gefundeerd op een theologische basis.

Muziek aan de TUA

De Theologische Universiteit Apeldoorn kent een leerstoel Theologie en Muziek, die wordt bekleed door prof. dr. Albert Clement. Clement leidt een onderzoeksgroep Theologie en Muziek en hij is de promotor van Jaap Jan. Co-promotor is dr. Paul van Emmerik.

Plaats en tijd

De openbare verdediging van het proefschrift vindt plaats in de Aula van de Theologische Universiteit Apeldoorn (Wilhelminapark 4, Apeldoorn), op 17 maart 2025, om 13.30 uur.

De verdediging van het proefschrift is gratis toegankelijk. Parkeren rondom de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) is lastig, mede als gevolg van wegwerkzaamheden. De plechtigheid zal worden gestreamd via het Youtube-kanaal van de TUA.

Het is de bedoeling dat een handelseditie van het proefschrift nog in 2025 zal verschijnen.

Dankzij restauratiesubsidies van de Provinsje Fryslân en van de Stichting tot Behoud van het Nederlandse Orgel kan het Van Dam-orgel in de Sint Maartenskerk van Oosterzee worden gerestaureerd. De aanvragen van de subsidies zijn voorbereid door Jaap Jan Steensma, die als orgeladviseur bij het project betrokken is. De restauratie wordt uitgevoerd door Orgelmakerij Van der Putten (Winschoten/Stapelmoor).

Het Van Dam-orgel van Oosterzee werd in 1891 gemaakt voor de kerk van Biezelinge (Zeeland). Toen daar een aantal jaren later een nieuwe kerk werd gebouwd, kon het Van Dam-orgel worden herplaatst in Oosterzee. Zodoende werd het nog bijna nieuwe, tweedehands Van Dam-orgel in 1908 in gebruik genomen in Oosterzee. Een in Leeuwarden gebouwd orgel werd vanuit Zeeland herbestemd voor een Fries kerkgebouw!

De Maartenskerk is sinds 2012 in particulier bezit; tien jaar later kreeg het gebouw nieuwe eigenaren. De kerk is sindsdien in gebruik als woonruimte, maar is op aanvraag te bezichtigen. De huidige eigenaren willen er alles aan doen om hun erfgoed in stand te houden, door te geven en te gebruiken. Vandaar dat zij het initiatief namen het Van Dam-orgel te laten restaureren. Het is de bedoeling het gerestaureerde instrument straks zo veel mogelijk te laten horen.

Het Van Dam-orgel in Oosterzee

Woensdag 20 november 2024, 20.00u.

In het dorp Nieuwer ter Aa wordt toegewerkt naar de restauratie van het uit 1898 daterende monumentale Forster & Andrews-orgel in de Dorpskerk. Om uit duidelijk te maken wat er precies zal gaan gebeuren, en om bij te dragen aan de kennis over dit in Nederland unieke orgel zal orgeladviseur Jaap Jan Steensma op woensdagavond 20 november een lezing houden over alle ins en outs.

Het ‘Victoriaanse’ orgel heeft de laatste jaren in Nederland snel aan populariteit gewonnen. Het orgel van Nieuwer ter Aa is uniek, omdat het al in 1898 vanuit het Verenigd Koninkrijk naar Nederland kwam én omdat het speciaal voor de kerk van Nieuwer ter Aa werd gebouwd. Het is daarmee een zeer bijzondere verschijning in het Nederlandse orgellandschap.

Het evenement wordt georganiseerd in samenwerking met de Historische Kring Breukelen. De lezing wordt afgewisseld met orgelspel door organist David Strijbis.

De toegang is gratis, aanmelden is niet verplicht, maar is handig vanwege de catering: evenementen@historischekringbreukelen.nl. De deuren van bijgebouw Het Anker zijn open vanaf 19.30u.; een deel van de avond vindt plaats in het kerkgebouw.

Het Forster & Andrews-orgel (1898) in Nieuwer ter Aa

In 2024 werd het werk aan het Hardorff-orgel (1861) in Menaldum afgerond. Aannemers waren de orgelmakerijen Bakker & Timmenga (Leeuwarden) en Reil (Heerde). Het schilderwerk werd uitgevoerd door de restauratieschilders Klaes en Hinke Posthuma (Akkrum). Adviseur Peter van Dijk publiceerde over de werkzaamheden een uitgebreid bericht op de website orgelnieuws.nl.

Ook lokaal zijn er mooie publicaties verschenen. Foto’s van de restauratie, alsook presentaties door organist Gert van Hoef zijn te vinden op de website van dorpsvereniging Doarpsbilang Menaem. Het schilderwerk kwam onder de aandacht in het Friesch Dagblad.

Omroep Zilt maakte een mooi filmpje waarin de orgelmakers te zien zijn:

In 2024 is het uit 1880 daterende Van Oeckelen-orgel in de kerk van Den Andel (Gr.) gerestaureerd. De restauratie van het orgel werd uitgevoerd in opdracht van de eigenaar van de kerk, Groninger Kerken. De aannemer voor de orgelbouwkundige werkzaamheden was Orgelmakerij Van der Putten, het schilderwerk werd uitgevoerd door restauratieschilders Veldman en Veltman. Het plan voor de restauratie werd opgesteld door orgeladviseur Peter van Dijk, die de eigenaar ook bijstond tijdens de uitvoering van het werk.

Op de website van Groninger Kerken is een mooie blog te vinden over de uitgevoerde werkzaamheden. Onderstaande foto’s zijn hiervan overgenomen.

 

Orgelmakers en orgeldeskundigen bespreken het werk.

Muziekredacteur Merlijn Kerkhof van De Volkskrant is een liefhebber van orgels. Na vanaf 2019 driemaal enkele van de mooiste Nederlandse orgels in de krant besproken te hebben, presenteert Merlijn deze zomer 15 van Europa’s mooiste orgels. 

De lijst kwam tot stand na input van organisten als Leo van Doeselaar, Ton Koopman en Sietze de Vries, alsook de orgelmakers Sander Booij en Johan Zoutendijk. Ook orgeladviseur Jaap Jan Steensma mocht input voor het artikel leveren. Gevraagd naar zijn persoonlijke top-3 (eigenlijk een onmogelijke vraag, natuurlijk), koos hij uiteindelijk voor de orgels van Praag, Rouen en Bologna. 

Klik door naar het artikel “Allemaal een vakantietripje waard: dit is de Volkskrant De Euro-Orgel Top 15” van Merlijn Kerkhof.

Het Lorenzo da Prato-orgel in de San Petronio te Bologna. Foto: liuwetamminga.it

In 2023-2024 is het Verschueren-orgel van de Christus Triumfatorkerk in Den Haag gerestaureerd. Het orgel werd in 1964 opgeleverd als opus 596 en valt als waardevol onderdeel van een rijksmonument mede onder de bescherming. Namens de Commissie Orgelzaken van VKB Kerkrentmeesters was Jaap Jan Steensma als adviseur bij de restauratie betrokken. Het werk werd uitgevoerd door de Verschueren Orgelbouw te Ittervoort. Het instrument is opnieuw in gebruik genomen op zaterdag 9 maart 2024, met een toelichting door Jaap Jan Steensma en een orgelbespeling door organisten Roelfien Folkersma, Christian Hutter, Martijn Pranger en Joël Boone.

Het Nieuwe Instituut, collectie Architectenbureau Drexhage, Sterkenburg, Bodon & Venstra / Archief, inv.nr. DSBVf130.

Een bijzonderheid is dat het uiterlijk werd ontworpen door architect Geert Drexhage (1914-1982), wiens archief bewaard wordt in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Hier werd ook de oorspronkelijke ontwerptekening van het orgel gevonden. Op deze tekening is te zien dat de speeltafel van het orgel (de plaats vanwaar de organist het instrument ‘bedient’) aanvankelijk ver van de orgelkasten geplaatst hadden moeten worden, zodat de organist vanachter het orgel ook aanwijzingen zou kunnen geven aan een zangkoor. 

Ontwerptekening van het orgel, Geert Drexhage, 1961.

Gedurende de voorbereiding op de bouw is besloten het instrument anders uit te voeren dan aanvankelijk was bedacht. Het belangrijkste verschil, dat grote invloed had op de technische aanleg en – in het verlengde daarvan – op het uiterlijk, was het besluit het orgel niet te voorzien van een electrische speeltractuur, maar van een mechanische. Om een en ander technisch mogelijk te maken, werden de kasten naast elkaar geplaatst, in plaats van ‘trapsgewijs’. De mechanieken kwamen in een koker te liggen, die in de lengte onder de orgelkasten ligt (in de lange poot van de ‘gekantelde hoofdletter-L’, zoals op de foto hierboven te zien).

De keuze voor de orgelmaker Verschueren, alsook de keuze voor een mechanische speeltractuur is exemplarisch voor de koerswijziging die in de jaren 1960 werd ingezet door de adviescommissie van de Gereformeerde Organistenvereniging.

Tijdens het werk stond het behoud van monumentale waarden, inclusief de oorspronkelijke intonatie, voorop. Bijzondere aandacht ging uit naar de elektrische registertractuur (de slepen worden bediend door elektromoren). De restauratie van het orgel werd mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van Het Cultuurfonds.

 

In 2023 is de restauratie van het grote orgel van de Utrechtse Pieterskerk opgeleverd door Elbertse Orgelmakers. Jaap Jan Steensma was als orgeldeskundige bij de werkzaamheden betrokken.

Het B. Pels & Zn.-orgel (1968) in de Pieterskerk Utrecht

Het orgel werd oorspronkelijk in 1968 gebouwd door B. Pels & Zn. uit Alkmaar, naar een ontwerp van ingenieur P. Kluyver (1909-1992), toenmalig hoofd van de Provinciale Planologische Dienst in Utrecht. Uit onderzoek in Het Utrechts Archief en in het orgelarchief van de Universiteitsbibliotheek Utrecht is gebleken dat ook de bekende en omstreden orgeladviseur mr. Arie Bouman bij het (klank)ontwerp van het orgel betrokken is geweest.

In 1965 werd eerst een schets gedeeld, die later dat jaar werd omgewerkt tot een voorlopig ontwerp. De verschillen zijn groot. Het orgel is, na verdere aanpassingen, uitgevoerd in lijn met het ontwerp rechts.

Onderdeel van de werkzaamheden door Elbertse Orgelmakers was een algehele schoonmaak, herstel van leren onderdelen en mechanieken en het vervangen van kunststof slepen door slepen van hout. Ook is een kleine registerwijziging toegepast: op het Bovenwerk de registers Sifflet 1’ en Nasard 1 1/3’ opgeschoven tot resp. Octaaf 2’ en Nasard 2 2/3’. De Vioolregaal 8’ is vervangen door een Basson-Hobo 8’; het afkomende register wordt bij het orgel bewaard. Klankmatige wijzigingen aan het orgel, in 1988 door Fama 7 Raadgever aangebracht in de Prestant 8’ (Hoofdwerk) en de Mixtuur (zowel Hoofdwerk als Bovenwerk), zijn nu ongedaan gemaakt. 

Het orgel is gepresenteerd tijdens een excursie voor de Historische Vereniging Oud Utrecht. Daarbij vertelde Jaap Jan Steensma over de geschiedenis van de orgels in de Pieterskerk en verzorgde de vaste organist van de kerk, Dick Duyst, de presentatie van de klank van het gerestaureerde instrument.

De restauratie werd mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van het Cultuurfonds, afdeling Utrecht.

In 1978 presenteerde Pels & Van Leeuwen een langspeelplaat om het 75-jarig bestaan van het bedrijf te vieren. De line-up, met organisten Feike Asma en Louis Toebosch, was heel bijzonder. Allebei golden ze als grootheden op orgelgebied, maar stilistisch waren ze totaal verschillend. Je zou denken dat Pels & Van Leeuwen hiermee de veelzijdigheid van het orgeltype wilde benadrukken.

In juni 2022 verhuisde het binnenwerk van het wereldberoemde Peter Gerritsz-orgel, oorspronkelijk gebouwd voor de Nicolaikerk in Utrecht. Het materiaal is ondergebracht naar het nieuwe CollectieCentrum Nederland (CC NL) in Amersfoort. De kasten van dit orgel hangen in de Koorkerk te Middelburg.

De overplaatsing werd uitgevoerd door Elbertse Orgelmakers (Soest), onder leiding van Wim Diepenhorst. Diepenhorst is specialist Klinkende Monumenten bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).

Over de overplaatsing schreef Jaap Jan Steensma een bericht voor tijdschrift De Orgelvriend. Bij plaatsing is het bericht vanwege beschikbare ruimte iets ingekort. De oorspronkelijke tekst is, voorzien van enkele foto’s, nu HIER te lezen.

Met een orgelconcert en -presentatie op vrijdag 3 juni 2022 is het gerestaureerde Knipscheer-orgel (1852) van de Dorpskerk in Vreeland weer officieel in gebruik genomen. In 2021 werd het orgel geheel gerestaureerd door de orgelmakers Elbertse Orgelmakers BV te Soest.

In 2019 verzorgde Jaap Jan Steensma het onderzoek en de planvorming ten bate van het uiteindelijk uitgevoerde project. Na een traject van fondsenwerving en een substantiële bijdrage van het fonds Erfgoedparels konden de plannen ten uitvoer komen. De noodzakelijke bouwkundige aanpassingen (het orgelbalkon moest waterpas worden gezet en worden geconsolideerd) werden uitgevoerd onder leiding van restauratie-architect Paul van Vliet.

Penningmeester Wim Fokker heet aanwezigen welkom. Foto: Maarten Bootsma.

De oorspronkelijke windvoorziening van het orgel werd gekopieerd naar de originele Knipscheer-balgen uit Muiden. Deze Muidense balgen waren in 1852 gemaakt voor het orgel van Vreeland, in de twintigste eeuw losgekoppeld en nadien hergebruikt in Muiden. Ontbrekende delen van de orgelkast zijn aangevuld, verdwenen registers zijn gereconstrueerd met behoud van oorspronkelijk materiaal en het orgel kreeg zijn piano-/forte-trede weer terug. De kleurige afwerking van het orgel werd gereconstrueerd door Gonny de Jongh van de fa. De Jongh.

Tijdens de presentatie op 3 juni vertelde Jaap Jan Steensma over de ontstaansgeschiedenis van het orgel en over de restauratie. RCE-deskundige Wim Diepenhorst, betrokken bij de restauratie, verzorgde het orgelspel bij die presentatie.

RCE-deskundige Klinkend Erfgoed aan het klavier. Foto: Maarten Bootsma.

Filmmaker Jelle van Doornik maakte naar aanleiding van de restauratie de documentaire ‘Nieuwe Luister’. Deze documentaire ging tijdens de bijeenkomst op 3 juni in première.

Over de presentatie van het orgel schreef journalist Peter Schat een prachtig artikel in de Gooi- en Eemlander (betaalmuur).

Gesprekken na afloop; Jaap Jan Steensma, Jelle van Doornik en Juliette Jonker-Duijnstee. Foto: Maarten Bootsma.