Het einde van ‘Gebr. Bätz’
Nooit werd opgehelderd hoe het kwam dat de zo succesvolle Utrechtse orgelmakerij ‘Gebroeders Bätz’ na 10 succesvolle jaren al in 1831 ophield te bestaan. Tot nu.
Jaap Jan Steensma vond in het archief van de Nieuwe Kerk in Delft een uit 1837 daterende brief die tot nu toe over het hoofd was gezien. In de januari/februari-editie van tijdschrift De Orgelvriend is meer te lezen over de vondst en de achtergronden van het verhaal.
Als broederschap zetten de broers Jonathan en Johan Martin Willem de orgelmakerij van hun oom Gideon Thomas (1751-1820) voort. Gezamenlijk werkten ze aan orgels die nog altijd tot de mooiste van Nederland gerekend worden, waaronder de instrumenten in Weesp (1823), Harderwijk (1827) en de Utrechtse Domkerk (1831).
Enige tijd nadat de broers hun samenwerking beëindigden sloot Jonathan Bätz een compagnonschap met Christian Gottlieb Friedrich Witte, waarna het bedrijf onder de naam ‘J. Bätz & Comp.’ nog tot in de twintigste eeuw garant zou blijven staan voor kwalitatief hoogwaardige orgelbouw.
Jaap Jan Steensma, “Hoe het ging met Johan Martin Willem Bätz”. In: De Orgelvriend 64/1 (jan.-febr. 2022), pp. 39-42. Bestellen kan hier.